Bij het bedenken van judo werd geput uit de rijke Japanse traditie aan vechtkunsten. Combinaties van klemmen en worpen werden echter uit het repertoire weggelaten: die kunnen gevaarlijk zijn wanneer de partner de techniek van het meerollen onvoldoende beheerst (in bijvoorbeeld het tai-jutsu spelen juist die technieken een belangrijke rol). 

Jigoro Kano had bij het ontwerpen van de sport, die ontleend is aan oudere verdedigingskunsten als jiujitsu, ook nadrukkelijk een training van de geest voor ogen. Zijn filosofie wordt gekenmerkt door twee begrippen: 

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat bij de beoefening kracht geen enkele rol zou spelen: door een juiste toepassing van de geleerde technieken zou een klein en zwak persoon zich op tamelijk elegante wijze tegen een grote en sterke aanvaller moeten kunnen verdedigen. Toen het echter ook een wedstrijdsport werd, vervaagde dit uitgangspunt. Immers, zodra beide tegenstanders dezelfde technieken en mogelijke reacties daarop (de overnametechnieken) in gelijke mate beheersen, gaan ook andere factoren zoals kracht toch weer een rol spelen. Hierdoor kunnen wedstrijden vandaag de dag ook het beeld geven van onelegant trek- en sjorwerk, waarbij de gelijkenis met de oorspronkelijke opzet ver te zoeken is. Hedendaagse wedstrijd-judoka’s doen dan ook aan krachttraining. Tekenend is dat tijdens wedstrijden het incidenteel zelfs voorkomt dat de gi (het pak) gescheurd wordt. Sommige judoka’s doen ook specifiek op versterking van de grip gerichte krachttraining in de sportschool, door middel van trekoefeningen met een gi gewikkeld om een pulley. 

Traditie

Judoka’s dragen een witte katoenen broek (zubon) en een jas (uwagi) die door een band (obi) bijeen wordt gehouden. Het geheel noemt men een gi. Tijdens wedstrijden van hoog niveau, zoals de Nederlandse Kampioenschappen, draagt de ene judoka een wit pak en de andere judoka een blauw pak. Door dit onderscheid is deze dynamische sport beter te volgen voor het publiek en de scheidsrechters. Meisjes dragen een wit T-shirt onder de uwagi. Judolessen vinden plaats in een dojo en beginnen in seiza (geknielde houding). Ook is het een gewoonte om voordat je de dojo betreed eenmaal te buigen richting de dojo. Ook doe je dat voordat men de dojo verlaat als teken van respect.

Bron: Wikipedia